Opdracht 3

Basis:

  1. Vraag de gebruiker of hij een man of een vrouw is
  2. Als de gebruiker een man is, vertel dan waarom mannen geweldig zijn
  3. Als de gebruiker een vrouw is, vertel dan ook iets

Verdieping:

  1. Als er geen "man" of "vrouw" wordt ingevoerd: laat dan een originele andere zin zien.